Traditionele dorpen, hoge bergen en diepe valleien
Het Atlasgebergte loopt door Noordelijk Afrika, van west naar oost door Marokko, Algerije en Tunesië. Het gebergte is in Marokko onderverdeeld in verschillende delen - de Hoge Atlas, Midden Atlas en Anti-Atlas - met daaromheen diverse uitlopers en bergmassieven. In de dalen groeien amandelbomen, walnoten en saffraan, er stroomt soms water. Dorpen lijken tegen de bergwand te plakken, de huizen hebben de kleur van het omringende gesteente. Dankzij een microklimaat kan een plek verrassend aangenaam zijn, zelfs in de koude winters. Op grote hoogte kan het dan vriezen, er ligt zelfs wat sneeuw. Lieflijk, rauw en puur wisselen elkaar af, maar het Atlasgebergte is altijd indrukwekkend mooi. Sommige delen zijn goed bereikbaar over de weg, maar het echte ongetemde avontuur ligt ver van die weg, in dorpen en valleien die enkel bereikbaar zijn over muilezelpaden. Daar leven oude tradities voort, het leven heeft een ander ritme. Where the world can't find you...
Toubkal en M'goun
De Hoge Atlas is met het hoogste punt Toubkal (4.165m) een belangrijke trekpleister. De Toubkal is tevens de hoogste berg van Noordelijk Afrika. Een ander hoogtepunt is de top M’Goun (4.068 meter), landschappelijk heel anders dan het gebied rond de Toubkal. Aangenaam in de zomer, ijzig koud in de winter. Vanaf een bergtop heeft u waanzinnig mooie uitzichten over scherpe rotskammen, afgesleten vulkanen, steenvlaktes en op sommige plaatsen zelfs zandduinen. Zó anders dan de lager gelegen kustregio's van Marokko, en zó de moeite waard om ook de hogere delen van de Atlas te verkennen.