Valkerij, een eeuwenoude traditie
Kazakken jagen al duizenden jaren met roofvogels. In het westen van Mongolië, diep in het ruige Altaj gebergte, wordt deze eeuwenoude nomadische traditie nog altijd van vader op zoon doorgegeven. Het jachtseizoen is tijdens de ongenadig koude winters, wanneer konijnen, marmotten, wolven en vossen een extra dikke vacht hebben en afsteken tegen de sneeuw. Niet alleen voor het vlees, de vacht en ter bescherming van het vee, deze jachtvorm is bovenal een kunst, een passie die de jacht ontstijgt.
De training
Nadat een wilde steenarend gevangen is wordt deze enkele dagen aan een paal gebonden, zonder eten, zodat hij zich van uitputting overgeeft. Pas dan begint de echte training. Iedere keer dat de arend in een stuk aas bijt, een bewegend stuk huid, wordt hij beloond met gewassen vlees. De vogel legt geen connectie meer tussen zijn vangst en voedsel; hij leert dat hij eten krijgt als hij een prooi brengt. Na weken van training om de spieren te versterken - sterker dan die van zijn soortgenoten in het wild - is het tijd voor het echte werk.
De jacht
Vanaf de hoogste toppen speuren de jagers de steppe af. Zodra ze een prooi in het vizier krijgen wordt de kap van de arend afgedaan. De reusachtige roofvogel slaat zijn majestueuze vleugels uit, maakt geruisloos snelheid en grijpt de prooi met zijn sterke klauwen. Is het een grote buit zoals een vos of een wolf, dan galoppeert de jager er op zijn kleine paard zo snel mogelijk naartoe om de prooi zelf te doden en de vacht ongeschonden binnen te halen.
Bezoek West-Mongolië in maart tijdens het Golden Eagle Festival en laat u imponeren door de uitzonderlijke samenwerking die getuigt van wederzijds respect tussen mens en dier.