HOOG – HOGER - HOOGST
Doordringen tot het hart van de Himalaya om vervolgens de 8.848 meter hoge Mount Everest te bedwingen, het is een droom die slechts een handjevol klimmers waarmaakt. De extreme hoogte en de barre weersomstandigheden op de Chomolungma (moedergodin van de aarde) zoals de berg door sherpa’s genoemd wordt, overleven slechts weinigen. Het vergt behalve een cutting edge uitrusting buitengewone sneeuw- en ijsklimvaardigheden, conditie, kracht en uithoudingsvermogen.
Er zijn basecamps aan beide zijden van de Mount Everest, een in Nepal en een in Tibet. Aan de noordzijde ligt Base Camp North in Tibet op circa 5.300 meter hoogte, net onder de Rongbuk-gletsjer. In tegenstelling tot South Camp waar bevoorrading door sherpa’s met hulp van dragers en jaks geschiedt, is Camp North – in de zomer – vanuit Lhasa per voertuig bereikbaar. De omgeving is adembenemend mooi en eenmaal gewend aan de hoogte kunt u er fantastisch wandelen. Ook een bezoek aan het vlakbij gelegen Rongbuk klooster is zeer de moeite waard.