AUJUITTUQ
In de winter kan de temperatuur dalen tot maarliefst -50ºC. Gelukkig zijn de zomermaanden iets milder, maar u zult ervaren dat 24 uur zonlicht per etmaal nog geen warme zomer maakt. In Grise Fiord, de meest noordelijk gelegen Inuitgemeenschap, stijgt het kwik zelden boven het vriespunt. De Inuit-benaming ‘Aujuittuq’ is toepasselijk: de plaats waar het nooit dooit. Wel kunt u rekenen op een bijzonder warm onthaal. De Inuit zijn trots op hun cultuur en hun vermogen om te overleven in deze extreme omgeving, en zij geven u graag een kijkje in hun leven.
FJORDEN EN GLETSJERS
De kustlijn van Ellesmere-eiland is grillig door de vele diepe fjorden, en talrijke gletsjers die langzaam hun weg naar de zee vinden. Het gletsjerijs is omgeven door opvallend kale rotsen en vlaktes, want in deze poolwoestijn valt weinig neerslag. Het landschap is bedekt met een waas van vele tinten groen, soms lila of geel als mossen bloeien. Misschien ontwaart u poolhazen, die regelmatig op hun hoge achterpoten uitkijken over de omgeving. Zij zijn altijd nerveus, alert op de aanwezigheid van poolvossen en -wolven. De stilte wordt op veel plaatsen doorbroken door zwermen vogels en broedkolonies. Nog indringender zijn de zware, holle uitroepen van de walrussen, die langs de kust of op het ijs rusten. Zij moeten in de zomer aansterken, reserves opbouwen, voor als de zon weer ondergaat en de temperatuur fors keldert.