De Filipijnen is een reisbestemming met buitengewoon veel mogelijkheden, die aan het uitgebreide reisaanbod van Untamed Travelling wordt toegevoegd. Tijdens een studiereis met een selecte groep ervaren reizigers verken ik eerst een paar markante wijken in de hoofdstad Manilla. Op het hoofdeiland Luzon reis ik door een bergachtig landschap op zoek naar culturele hoogtepunten van diverse volkeren. Een aantal bijzondere natuurlijke sites ga ik zien op en bij het eiland Palawan. Daar zal ik ook de zee zien, heel veel zee, lagunes en stranden. De Filipijnen bestaan immers uit meer dan 7000 eilanden, de kustlijn is uitermate lang en divers.
De ruwe contouren van de reis staan vast, vol verwachting ga ik op pad om de dagen in te kleuren.
Manilla – Intra muros
Manilla is een zeer drukke stad met veel verkeer zodat snel van het ene stadsdeel naar het andere reizen niet aan de orde is. Maar het is wel een stad die zeker de moeite waard is om een paar dagen door te brengen.
De historische wijk Intra Muros (‘tussen de muren’) heeft een oud ommuurd gedeelte waar nog veel herkenningspunten aan de Spaanse koloniale periode (1565-1898) te zien zijn, zoals Fort Santiago, een militair verdedigingswerk met een grote stenen poort. Overal op de Filipijnen zijn prachtige bouwwerken te zien uit deze periode. Vier barokke kerken – in verschillende uithoeken van het land – staan zelfs op de lijst van UNESCO werelderfgoed.
Wij maken de eerste avond een ontzettend leuke fietsexcursie op bamboe fietsen door Intra Muros. Deze worden gemaakt door lokale ambachtslieden. De oorspronkelijke gedachte was om hiermee armoede te bestrijden. We zien o.a. de kerk en museum van San Augustin, en de Kathedraal van Manilla.
Luzon – De rijstterrassen van Banaue
De volgende ochtend vertrekken we heel vroeg richting Banaue, de rit zal ongeveer negen uur duren. Banaue ligt in de regio Cordillera waar schitterende rijstterrassen te vinden zijn. Als een reuzentrap kruipen de rijstvelden tegen soms behoorlijk steile berghellingen omhoog. Het merendeel van deze terrassen is al meer dan 2000 jaar geleden aangelegd, zij worden jaar na jaar en eeuw na eeuw zorgvuldig onderhouden door het Ifugao-volk. Het is bijna niet te bevatten dat deze traditie al zo lange tijd van generatie op generatie wordt overgedragen. Het is juist daarom dat de rijstterrassen eveneens aan de lijst van UNESCO werelderfgoed zijn toegevoegd.
Met een lokale bus, een ‘jeepney’, rijden we naar het startpunt van een wandeling tussen de rijstterrassen. We trotseren daarbij enorm veel ongelijke en grote traptreden, dat vergt wel een goede conditie. Gaandeweg groeit mijn ontzag voor de lokale bewoners, die telkens weer deze paden en reuzentrappen belopen voor onderhoud aan de rijstterrassen en werk op de velden. Het was inspannend maar zeer de moeite waard. Prachtige vergezichten over de velden, je blijft fotograferen.
Sagada
De volgende dag rijden we richting Sagada, een plaatsje waar oude en nog levende tradities bij elkaar komen. We bezoeken een klein museum gewijd aan Eduardo Masferré, de fotograaf die midden vorige eeuw zijn Kalinga-, Ifugao- en Bontoc-landgenoten zo gevoelig heeft geportretteerd.
Het is interessant om de grote culturele diversiteit te zien. Overal om mij heen zie ik dat de moderne wereld hier veel veranderingen heeft teweeggebracht, maar ik zie ook herkenningspunten, tekens dat diepgewortelde tradities voortleven. Wie van meerdaagse wandelingen houdt kan in deze regio schitterende voettochten maken langs afgelegen dorpen waar de tijd minder vat op heeft gehad.
Wij reizen door naar de geheimzinnige grafmonumenten van het Kankanaey-volk: grotten waar kisten liggen opgestapeld en hangende lijkkisten in het rotsgebergte. Fascinerend om te zien en om de verhalen te horen die erbij horen.
De volgende dag rijden we van Banaue naar de luchthaven van Clark. Toch weer zeven uur rijden, het grootste eiland van de Filipijnen is echt heel groot. Gelukkig is het landschap de moeite waard, het is een prachtige rit. Clark airport is een vroegere Amerikaanse legerbasis, die omgetoverd is tot een moderne internationale luchthaven. Hier vandaan vliegen we in een uur naar onze volgende bestemming.
Palawan – El Nido
Wat een contrast! We komen van de nevelige bergen en slingerwegen met na elke bocht een nieuw panorama over rijstvelden en valleien, de geur en kleur van natte grond en heel veel groen. Ineens landen we in een landschap waar de kleur van de zee overheerst.
Palawan is een archipel van heel veel grotere en kleine eilanden, vaak alleen maar een rotspartij met een mooi strand. Het is er prachtig, niet voor niets is Palawan al een aantal keren uitgeroepen tot het mooiste eiland ter wereld. Het leven speelt zich af op de randen van de eilanden, waar de weg over land eindig is. Hier zijn het de boten die overal kunnen komen.
De volgende dag maken we een fantastische boottocht richting de Linapacan Islands. We doen drie verschillende eilandjes aan – Takling, Cobra en Cagdanao – om te zwemmen, snorkelen of te kanoën. Op de boot ontbreekt het ons aan niets, er zijn hapjes, drankjes en een heerlijke lunch. Maar bovenal spreekt ons de vriendelijkheid en behulpzaamheid van de Filipino’s zeer aan. Er is altijd wel een helpende hand.
Aan het einde van de dag varen we naar Ginto Island, waar we de nacht op het strand onder een soort van muskietennet doorbrengen. Heerlijk!!
Na een goede nachtrust onder de blote hemel varen we direct terug naar El Nido, waar we op een andere boot stappen en opnieuw een aantal eilanden aandoen. Het is een moderne en grotere versie van een lokaal type boot met zijdrijvers. Een boot met veel bewegingsruimte en een zonnedek, heel comfortabel. We varen door werkelijk prachtig karstgebergte. We zwemmen en snorkelen nabij Cadlao Island, waarna we hier op het strand gaan lunchen. Ook doen we Miniloc Island aan met z’n werkelijk schitterende puntige bergen.
Door naar de Small Lagoon, waar we van boord gaan om het karstlandschap op een wel heel bijzondere manier te verkennen. Ik had al wel gehoord van de ondergrondse rivier in de buurt van Puerto Princesa, waar je per kano doorheen peddelt. Ook in deze omgeving zie ik veel kano’s, een geweldige manier om de kleinste uithoeken van de lagunes te onderzoeken. Bij Small Lagoon zijn diverse doorgangen door het karstgebergte, maar de doorgang is te laag voor kano’s. We zwemmen het donker tegemoet om uiteindelijk in een ruime grot terecht te komen! Wat een bijzonder avontuur, we genieten volop. Voordat we weer terug naar Manilla vliegen, verblijven we in een prachtig strandresort.
Manilla – Binondo en Quezon City
De laatste dag staat in het teken van een tour door Manilla. We bezoeken Binondo, de oudste Chinese wijk ter wereld met een wel heel bijzonder kerkhof. Chinezen bouwen hele huizen als mausoleum om hun doden te eren.
Ook de wijk Quezon City waar de beroemde ‘lechon’ geroosterd wordt doen we aan. Lechon is geroosterd speenvarken en is een traditioneel feestmaal dat in alle voormalige Spaanse koloniën van Puerto Rico tot aan de Filipijnen gegeten wordt. Er zijn allerlei stalletjes met street food, er klinkt muziek, op een plein heerst een bijna dorpse sfeer.
Zo eindigen we waar we begonnen: in een wijk in Manilla waar de Spaanse koloniale historie van de Filipijnen zo aanwezig is. Het hoort bij de Filipijnen, maar de reis liet ons echter vooral de culturele en landschappelijke diversiteit zien en veel authentieke elementen die het land uniek maken. De indrukwekkende rijstterrassen en de hangende doodskisten, de idyllische lagunes en eilanden rond Palawan, zwemmen door grotten en snorkelen, een nacht slapen op een tropisch strand…
Tijdens de vlucht terug naar Nederland droom ik weg bij alle herinneringen aan een kleurrijke reis met zoveel contrasten. In gedachten plan ik mijn volgende reis naar de Filipijnen, want hier is nog veel meer te ontdekken!