Na een uitgebreide verkenning van het zeer charmante Franse en het meer toeristische Nederlandse deel van Sint Maarten, is het dan eindelijk zover. Er staat er een klein propellorvliegtuig van Winair klaar om ons in twintig minuten naar Sint Eustatia te brengen, een van de bovenwindse pareltjes in het oostelijke deel van de Caribische Zee dat lokaal Statia wordt genoemd. De uitzichten zijn magnifiek en de reis naar het nauwelijks bezochte eiland vliegt voorbij.
Golden Rock Resort
Op de nieuwe luchthaven EUX worden we welkom geheten door Jan Hein van het recent geopende Golden Rock Resort. Zijn voertuig brengt ons over een stoffige zandweg naar de oostkant van het eiland. Tussen de kale struiken springen geiten rond terwijl in de verte de contouren van de slapende vulkaan The Quill zich aftekenen. Het eiland is droog, in deze periode van het jaar is het normaliter groene eiland zo dor dat er nauwelijks iets groeit. Een weinig vruchtbaar plaatje dat verandert zodra we bij de voet van de Quill aankomen en de wagen de weg van het resort opdraait. We rijden door een zee van bloeiende struiken over een uitgestrekt terrein. Duidelijk dat dit het initiatief is van een bloemenman. Peter Barnhoorn, de Nederlandse eigenaar van het Golden Rock Resort, heeft de vruchteloze lap grond gekocht en het veranderd in een weelderige hide-away en perfecte uitvalsbasis om het eiland vanuit luxe te verkennen. Barnhoorn: “We zijn toegewijd aan het mede vormgeven van Sint Eustatius en het stimuleren van het toerisme van de bestemming, terwijl we de authentieke idyl-eilandervaring behouden. En ja, verse bloemen maken deel uit van ons DNA… Ze belichamen wie we zijn en brengen een belangrijke boodschap van schoonheid, natuur en regeneratie over.”
In de luwte van Saint Kitts en Nevis
Een tour over het terrein geeft ons inzage in de grootschaligheid van Peters plannen, en we worden deelgenoot gemaakt van de duurzame insteek van het Golden Rock project. Niet alleen geeft het de werkgelegenheid op het eiland een enorme boost en wordt er flink geïnvesteerd in personeel, ook staat behoud van de natuur hoog op de agenda. Regenwater wordt opgevangen en gezuiverd, zeewater wordt gefilterd tot drinkwater en er is een indrukwekkend park aan zonnepanelen aangelegd waarvan het teveel aan opgewekte energie wordt opgeslagen en middels een trafostation met de rest van het eiland wordt gedeeld. Op het 16 Ha. grote terrein zijn nu al 32 luxueuze, modern ingerichte suites, twee zwembaden, een gym, een midgetgolfbaan, een tennisbaan, een speeltuin en een sfeervol restaurant gerealiseerd. Daarnaast zijn er villa’s met dubbele suites, chalets, een zoutwaterlagune en wat de grootste beachclub van de Caribbean moet worden nog in aanbouw. In november, na het orkaanseizoen dat duurt van juni tot oktober, moet het allemaal klaar zijn. Hoewel de kans dat het in de luwte van Saint Kitts en Nevis door een orkaan getroffen wordt minimaal geacht wordt, zijn er toch allerhande noodvoorzieningen getroffen om in ieder geval de gebouwen binnen 48 uur orkaanproof te maken.
Oranjestad
Behalve een uitgebreide lunch uit het kleine keukentje van Ocean View Terrace, krijgen we in Oranjestad een rondleiding van Antia van The St. Eustatius Historical Foundation. Antia neemt ons mee terug in de tijd, naar de roerige jaren van weleer. Hoewel door Columbus eind 15e eeuw op de kaart gezet waren het de Nederlanders die het rotsachtige eiland met een totale oppervlakte van slechts 21 km² als eerste in bezit namen. Het was onbewoonbaar vanwege een gebrek aan zoetwaterbronnen; een probleem dat werd opgelost door de aanleg van ondergrondse regenbakken of ‘cisternen’.
The Golden Rock
Op 16 november 1776 was het St. Eustatius die de Amerikanen als eerste in hun vrijheidsstrijd tegen het Verenigd Koninkrijk steunde en hen met een brullend kanonschot salueerde. Dit was het startsein voor een komen en gaan van schepen, aanvankelijk voor de aanvoer van wapens en later als doorvoerhaven en pleisterplek. Hoofdstad Oranjestad, verdeeld in een boven en een benedenstad, werd een winstgevende en drukke vrijhaven van de West-Indische Compagnie waar de meest luxueuze goederen belastingvrij werden verhandeld en opgeslagen, een goudmijn waaraan het zijn naam ‘The Golden Rock’ te danken heeft. Fort Oranje in de bovenstad en ruïnes van pakhuizen en kroegen in de benedenstad herinneren aan deze gouden tijden. Oranjestad was bovendien een doorvoerhaven van Afrikaanse slaven, slaven die ook gebruikt werden om op Statia’s suikerriet-, tabak- en indigoplantages te werken. De Oude Slavenweg getuigt nog van de route die de slaven van Oranjebaai naar boven moesten lopen om vervolgens op het marktplein verhandeld te worden.
Naarmate de 18e eeuw ten einde liep, verloor Sint Eustatius geleidelijk aan zijn belang als handelscentrum en verlieten de meeste kooplieden en plantagehouders hun huizen en pakhuizen. Het inwoneraantal liep terug van 30.000 in de gloriejaren naar 3.100 nu. Heden ten dage telt de Nederlandse deelgemeente meer geiten dan mensen, een serieus probleem omdat het overschot aan geiten de natuur bedreigt.
Fenomenale duiksites en uitdagende trails
Was het in Statia in de 17e en 18e eeuw een drukte van jewelste, momenteel is het eiland een oase van rust. Dooraderd met de mooiste wandelroutes en omlijst door met scheepswrakken bezaaide kustwateren, is het vooral een trekpleister voor dagjesmensen en duikers van over de hele wereld. Er is een botanische tuin en er zijn drie nationale parks, waarvan één mariene.
Miriam C. Schmidt Botanical Garden is een botanische tuin op de lagere zuidelijke hellingen van de Quill, gevuld met vogels, hagedissen en insecten; een natuurparadijs dat momenteel nogal is uitgedaagd door orkaanschade, droogte en loslopende dieren. Het uitkijkpunt van de tuin is de perfecte plek om migrerende walvissen te zien passeren in januari en tot maart en om te genieten van het uitzicht op St. Kitts.
The Quill/Boven National Park
Aan de voet van de Quill zijn er acht paden waarover je langs doornige bossen kunt klimmen tot aan het sprookjesachtige bos aan de rand van de krater. Een wandeling in de krater leidt door tropische jungle over rotsen en onregelmatige paden en is hoewel uitdagend meer dan de moeite waard. Maak ook een uitstap naar Mazinga Peak, het hoogste punt van Sint Eustatius, en neem het fenomenale panoramische uitzicht in je op.
Het Bovengebied beslaat de noordelijke heuvels van Statia. Hoewel het slechts drie kilometer verwijderd is van de Quill, is de natuur er totaal anders. Je vindt er open grasland en rotsen die worden bedekt met cactussen en acaciastruiken. Verschillende paden slingeren door valleien en langs bergkammen, trails die naar afgelegen baaien en uitkijkpunten leiden.
St. Eustatius National Marine Park
Het nationale mariene park Statia omringt het hele eiland en beslaat een onderwaterwereld van 27,3 km² vol ongerepte koraalriffen, 18e-eeuwse scheepswrakken en een overvloedig zeeleven van haaien, roggen en zeeschildpadden. Een must see is de Chien Tong, een oude vissersboot die tot zinken is gebracht om een kunstmatig rif te creëren. Het staat bekend als het ‘schildpaddenhotel’ en wordt bewoond door karetschildpadden en groene schildpadden.
Zeelandia Beach
Zeelandia Beach ontleent zijn naam aan de eerste Nederlandse kolonisten, afkomstig uit – jawel – de provincie Zeeland. Vanwege de gevaarlijke stroming van de Atlantische Oceaan is zwemmen hier verboden, maar over het strand kun je heerlijk wandelen. De kliffen in dit gebied ondersteunen een kleine broedende populatie roodsnavelkeerkringvogels, een migrerende zeevogel die zijn hele leven op zee doorbrengt en alleen aan land komt om te broeden en te nestelen. Andere zeevogels die in dit gebied te zien zijn, zijn bruine pelikanen, bruine boobies, magnifieke fregatvogels, Caribische martens, visarenden en trekkende kustvogels. Het is zeker de moeite waard om dit gebied te bezoeken om in de juiste tijd van het jaar op zoek te gaan naar migranten zoals de Amerikaanse bontbekplevier, de kleine grijze snip, de kleinste strandloper en de Amerikaanse bonte scholekster. Daarnaast is Zeelandia een belangrijkste broedplaats voor verschillende soorten bedreigde schildpadden. Lederschildpadden broeden er tussen maart en juni, terwijl groene en karetschildpadden hier tussen mei en oktober rondlopen.
Blue Beads
De slaven die in Oranjestad werden verhandeld, werden betaald met ‘blue beads’, de welbekende in Amsterdam gemaakte blauwe kralen die de VOC gebruikte om handel te drijven. Op 1 juli 1863 werd – later dan op de omliggende eilanden – slavernij ook hier afgeschaft en naar verluid gooiden de lijfeigenen deze blue beads in zee. Artefacten van betekenis die nog steeds sporadisch op en om het eiland opduiken en waarvan gezegd wordt dat ze jou vinden in plaats van andersom. Wanneer je het geluk hebt dat zo’n mythische kraal je vindt, zul je keer op keer terugkeren naar het bijzondere eiland dat Statia heet. Iets wat ik ook zonder blauwe kraal stellig van plan ben, al was het maar voor de exuberante feesten bij de toekomstige grootste beachclub van de Carib. Where the world can’t find you…