Voor degene die zich interesseert in de Frans koloniale architectuur van de jaren '60-'70 van de vorige eeuw is het een waar genoegen om in dit land rond te reizen en Bangui te bezoeken. Er is sinds die tijd nauwelijks iets veranderd. Er rijden nu alleen meer voertuigen (buiten de stad nauwelijks), huisjes hebben ijzeren golfplaten – handig voor het slechte weer en enkel voor degene die een baan heeft is er nu de mobiele telefoon, het prestige object bij uitstek. Overal aanwezig waar er bereikbaarheid is.
Bangui is rustig vergeleken met andere hoofdsteden. De wegen zijn zeer slecht en veel gebouwen zien er uit als bouwval. De mensen zijn zeer vriendelijk. De stad lijkt jaren achter te lopen, maar vergis je niet.
Het was een grote verrassing om in deze stad Bangui Plage te ontdekken. Deze 'hotspot van Bangui' ligt midden in de stad aan de oevers van de Oubangui, een grote rivier die vanuit het onbekende oosten naar het zuiden stroomt naar de Congo rivier. Een zeer leuk restaurant, cocktails a la Brazil en een klein strandje.
Het was regentijd, jammer, want in de droge tijd zijn er talloze zandbanken die Bangui Plage nog aantrekkelijker maken. Een fijne sfeer aan de rivier, voor het echte vakantiegevoel. Het restaurant werd bevolkt door Franse mariniers die even vrijaf hadden. Goede maaltijden met een Franse finesse en een ware keuze aan wijnen.
Vanaf deze hotspot van de Centraal Afrikaanse Republiek bereik ik me voor op het grote avontuur van de komende dagen; mijn reis naar Ngoto en dan Sangha nationaal park in het Congo basin.
Volgende week meer over mijn avonturen in Congo!