Het kwam er nooit van, maar nu was het dan toch zo ver. Maleisië, mijn eerste ontmoeting met Azië, mijn eerste ontmoeting met de geweldige diversiteit van dit land aan de South China Sea.
Mijn vlucht vanaf Düsseldorf naar Singapore met Singapore Airlines verloopt soepel. Met wifi aan boord kon ik mijn werkzaamheden op mijn Macbook nog even voortzetten om langzaam over te schakelen van werk- naar travelmodus.
Singapore
Eenmaal aangekomen in Singapore is het ochtend. Om 07:15 arriveer ik in het Marina Bay Sands Hotel. Een beleving op zich, en met drie torens en meer dan 2500 kamers en suites is dit een waar dorp. Het dak is in een bootvorm uitgevoerd met een reusachtige infinity pool en meerdere bars en restaurants. Alles is enorm goed geregeld en zeer goed verzorgd. Wat een beleving om vanaf de infinty pool op de 57ste etage uit te kijken over Singapore City en Fullerton Bay Hotel.
De dag erna neem ik een kijkje in China Town, met vele winkeltjes en restaurants, om even een hele andere vibe van Singapore te ervaren. Zo is er een kleine Tempel te bewonderen en een mix van stijlen en culturen waar te nemen. Orchard Road geeft weer een hele andere kijk op Singapore, ‘shop till you drop’ is hier het motto.
Maak een foto vanaf the Ion Building, drink een Singapore Sling bij Raffles, of eet saté bij Boon Tat Street waar vanaf 19:00 de straat wordt afgezet en wordt omgetoverd tot een openair popup restaurant.
Singapore is schoon, de mensen zijn er vriendelijk en gastvrij. Het koloniale karakter van de haven en de hotels geeft het een zeer bijzondere sfeer.
Kota Kinabalu
De volgende bestemming is Kota Kinabalu in het noordwesten van Borneo. Met een vlucht van 2,5 uur vanuit Singapore arriveer ik in de middag in 'KK' zoals het in de volksmond wordt genoemd. De oude vissersmarkt en talloze straatjes geven een goed beeld van het nostalgische Borneo.
Tegen de avond openen talloze restaurantjes op de Filipino Night Market hun keuken en stallen de verse vis uit. Diner @ South China Sea, en daarna nog een drankje in een local pub, het is er allemaal mogelijk.
Orang-oetans
De dag erna vroeg uit de veren want dan is het de beurt aan Sandakan. Sandakan ligt in het noordoosten van Borneo en is een havenstad met doorvoer van verschillende producten zoals koffie, tabak en olie, en vanuit hier exporteren ze veel verse vis. Sandakan heb ik ervaren als een rustige stad en een uitvalsbasis voor trips naar verschillende lokaties. Eén ervan is Sepilok waar je de orang-oetans kunt bewonderen en de Sun Bear. Verder kun je er een ‘nightwalk’ doen onder begeleiding van een gids om slangen, vogels en insecten te spotten.
Tevens een bezoek gebracht aan de
Proboscis Monkey Sanctuary waar de neusapen een natuurlijk bestaan leven en waar ze makkelijk worden gespot.
De derde uitvalsbasis was Turtle Island op 40 minuten varen vanaf Sandakan. Net onder de Filipijnen ligt een klein eiland waar een Turtle Rescue Resort is gevestigd met mogelijkheid tot ‘high class’ overnachtingen. Een bijzondere ervaring en met de sterke eb en vloed is het mogelijk om ‘s middags naar het volgende eiland te lopen.
It’s a jungle out there!
Vanuit Sandakan ga ik met een speedboat naar de Kinabatangan River. Na zo’n anderhalf uur varen bereik ik de lodge verscholen in de jungle. Na het ontvangst en de check-in gaan we met een groep de rivier op om de flora en fauna te bekijken.
Zeearenden, ijsvogels,neushoornvogels, vliegende vossen (soort vleermuizen), macaca apen en orang-oetans komen we veelvuldig tegen. Ook slangen en varanen zijn hier te vinden. Heerlijk om de prachtige natuur vanuit de boot te ervaren, en de palm- en raffiabossen maken er een waar schouwspel van met de reflectie in het water.
‘KL’ en Cameron Highlands
Vanuit de jungle "right back to the city”. Op naar Kuala Lumpur! Met Malaysia Airlines van Sandakan naar Kuala Lumpur. Met een vlucht van nog net geen 3 uur overnacht ik in de Ritz Carlton. Trots vertelden ze me dat dit het lievelingshotel is van president Obama, aangezien hij hier al meerdere malen heeft overnacht tijdens zijn bezoek in Maleisië. Kuala Lumpur is in de groei en met de Petronas Towers en de Kuala Lumpur Tower een stad met een gezicht en herkenning.
Vanuit KL met de auto een drie uur durende tocht naar Cameron Highlands. Het gebied ligt noordelijk van ‘KL’ met de uitgestrekte theeplantages in de bergen. Cameron Highlands heeft een Brits verleden en dat is duidelijk terug te zien. Op zo’n 1400 meter hoogte ligt het Cameron Highlands Hotel waar ik zal dineren en de nacht zal doorbrengen. Uitzicht over de 18 holes golfbaan en de bergen op de achtergrond is dit een oase aan rust. Weer een hele andere beleving van Maleisië.
De laatste ochtend van mijn trip begint met een bezoek aan de thee plantages van Cameron Highlands. Met een 4X4 Jeep rijden we over de slingerwegen de berg op tot zo’n 2000 meter. Vanaf hier kun je er prachtige foto’s schieten wanneer het landschap nog gehuld is in mist. Thee en aardbeien zijn de producten die hier verbouwd worden.
Penang, Georgetown
Na het ontbijt in het Cameron Highlands Hotel ga ik verder met chauffeur naar het eiland Penang. We rijden geruime tijd door de bergen en aanschouwen de prachtige natuur en komen langs de marmer bergen uit in Ipoh. Onderweg is er een hoop te zien, en stoppen we bij een prachtige tempel die verscholen ligt in een grot. Kleiner dan Batu Caves maar niet minder indrukwekkend met de muurschilderingen en de kronkelpaden naar boven.
In de vroege middag kom ik aan in Georgetown, de hoofdstad van Penang. De vibe is meteen duidelijk: een kunstzinnige inslag met een koloniaal karakter. Heel veel te zien, en in Little India is het feest met harde muziek, kleurrijke afbeeldingen en bloemen. Tijd om afscheid te nemen van dit fantastische land…