Rondreizen in 'Land of Smiles'
Vijf uur ’s morgens, de poorten van Angkor Wat gaan open. Bezoekers stromen binnen voor het magische ogenblik, als het silhouet van de grootse tempel zich aftekent tegen de oranje kleuren van het eerste licht. Alles komt even samen in dat moment, bij het monumentale icoon dat verweven is met de indentiteit van Cambodja. Het land telt duizenden – meest Boeddhistische – tempels en pagodes, zichtbaar in het vlakke landschap of op de top van een heuvel, of verborgen in dichte wouden. De overheersende kleur bij de tempels is die van de saffraankleurige monnikskleden.
Zelfs in de cosmopolitische stad Phnom Penh voldoet het tempo van een tuktuk of een cyclo om erop uit te trekken, en in Siem Reap en Battambang mag u nog een versnelling lager schakelen. U wordt steevast begroet met de aanstekelijke glimlach van de Cambodjanen. Dat doet haast vergeten dat het land uiterst grimmige tijden heeft doorstaan, men kijkt liever vooruit.
Buiten de steden ligt een andere wereld. Waar het vlak is, kleuren uitgestrekte rijstvelden het landschap frisgroen, de palmyrapalmen steken fier boven het veld uit. Het Cardemomgebergte en de oostelijke provincies zijn bergachtig. Hier stromen vele rivieren en kreken, en de natuur is veel minder gecultiveerd, ruiger. Het zijn de beste plekken om wild te spotten, en om lange wandeltochten door de natuur te maken. De machtige Mekong-rivier slingert door het land van noord naar zuid. Minstens zo indrukwekkend is het Tonlé Sap-meer, waar sterk wisselende waterstanden het leven bepalen. Het is het pulserende hart van Cambodja, met de rijkste visgronden. Vissersfamilies wonen in drijvende dorpen of dorpen op stelten, twee extreme oplossingen om ook in de regentijd droge voeten te houden.
Aan de Golf van Thailand liggen prachtige tropische stranden. De mooiste resorts vindt u in Kep, Sihanoukville en op de Koh Rong archipel. Koraalriffen, een lauwe blauwe zee, wuivende palmen…de ideale omgeving om uw reis door Cambodja af te sluiten.